Trends nieuwsbrief

Productinformatie azitromycine krijgt waarschuwing
De productinformatie van azitromycine moet een waarschuwing gaan bevatten die het risico op resistentieontwikkeling bij gebruik van dit antibioticum benadrukt. Dat is het advies van de Europese geneesmiddelbeoordelingscommissie CHMP.
De CHMP voerde een herbeoordeling uit van dit veel bij volwassenen en kinderen gebruikte antibioticum. De laatste jaren blijkt het gebruik van azitromycine te zijn toegenomen, wat ook geldt voor de resistentie bij bacteriën tegen dit middel. De CHMP pleit dan ook voor strikter gebruik bij indicaties waarbij de werking van azitromycine echt bewezen is. In de waarschuwing die de CHMP adviseert staat dat azitromycine alleen mag worden gebruikt na een zorgvuldige afweging van de voordelen en de risico’s en wanneer andere voorkeursbehandelingen niet aangewezen zijn.

Risico zelfmoordgedachten finasteride: nieuwe maatregelen
Bij het gebruik van finasteride kunnen patiënten last krijgen van zelfmoordgedachten. Deze bijwerking komt nu officieel in de bijsluiter te staan. Het CBG adviseert extra maatregelen en bijwerkingencentrum Lareb ontving meerdere meldingen van zelfmoordgedachten bij het gebruik van finasteride.
Hoe vaak zelfmoordgedachten voorkomen bij patiënten die finasteride gebruiken, is niet bekend. Wel is bekend dat mensen die zelfmoordgedachten kregen finasteride meestal gebruikten als behandeling voor kaalheid. Tot nog toe ontving bijwerkingencentrum Lareb 9 meldingen van zelfmoordgedachten en 1 melding van een zelfmoordpoging bij gebruik van finasteride.

Zenuwschade door vitamine B6: RIVM adviseert meer onderzoek
Als mensen te veel vitamine B6 binnenkrijgen, kan zenuwschade ontstaan. De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft daarom in 2023 de bovengrens voor de hoeveelheid vitamine B6 die mag worden ingenomen verlaagd. Het ministerie van VWS heeft het RIVM gevraagd om onderzoek te doen naar de maximumhoeveelheden die in Nederland zouden moeten worden aangehouden.
Inmiddels heeft het RIVM voor het onderzoek verschillende scenario’s doorberekend, onder meer aan de hand van de meldingen over zenuwschade bij vitamine B6-gebruik die Lareb eerder ontving. Het RIVM adviseert om uitgebreider te gaan onderzoeken welke mensen gevoelig zijn voor klachten door vitamine B6 en om eventueel waarschuwingsteksten op voedingssupplementen met vitamine B6 verplicht te maken.

Meldingen bijwerkingen warenwetmiddelen nemen toe
Het aantal meldingen over bijwerkingen bij gebruik van warenwetmiddelen neemt toe, zo meldt bijwerkingencentrum Lareb in het jaarrapport over 2024. In dit jaar ontving Lareb 185 meldingen over warenwetproducten, 27% meer dan in 2023.
Opvallend waren meldingen over leverfunctiestoornissen bij Ashwagandha, een bijwerking waarover Lareb al eerder een waarschuwing uitbracht. Vorig jaar ontving Lareb hierover opnieuw vier meldingen. Verdere opvallende meldingen waren die over zenuwschade bij gebruik van vitamine B6 en verdikking van het baarmoederslijmvlies en postmenopauzale vaginale bloedingen bij gebruik van fyto-oestrogenen.

Hybride insulinepompsystemen verbeteren glucosecontrole kinderen
Een hybride insulinepompsysteem geeft bij kinderen met diabetes type 1 een betere glycemische controle dan vingerprikken of continue glucosemeting zonder hybride insulinepompsysteem. Dit komt naar voren in zowel gerandomiseerde als observationele studies. In een artikel in het Geneesmiddelbulletin worden de bevindingen op een rijtje gezet.
Volgens het artikel geven hybride (Hybrid Closed Loop) insulinesystemen een toename van de ‘tijd binnen glucosedoelbereik’ (time-in-range), terwijl het HbA1c en het aantal hypoglykemieën beide afnemen. Bijkomende voordelen: de slaapkwaliteit van patiënten ouder dan 8 jaar en hun ouders verbetert en de diabetesgerelateerde stress neemt af.

Onderzoek: hybride zorg in apotheek haalbaar en efficiënt
Hybride zorg – de combinatie van digitale hulpmiddelen en persoonlijk contact – is in apotheken haalbaar en kan bijdragen aan efficiëntere en betere medicatiebegeleiding. Dat is de conclusie van een onderzoek dat apothekersassistent Funda Kocabas en apotheker dr. Claudia Rijcken in het Pharmaceutisch Weekblad publiceerden.
Eén van de bevindingen uit het onderzoek was dat door digitale ondersteuning de duur van eerste uitgifte-begeleidingsgesprekken met gemiddeld 11% afnam en dat er tijdens het gesprek meer onderwerpen konden worden besproken. Uit het onderzoek blijkt ook dat de acceptatie van digitale zorg door patiënten nog een uitdaging kan zijn. PDF

Hulp bij gepast gebruik ondansetron bij kinderen met buikgriep
Off-labelgebruik van ondansetron bij kinderen met buikgriep in de eerste lijn is veilig en effectief volgens Gea Holtman, universitair docent vaan het UMC Groningen, afdeling Eerstelijnsgeneeskunde en Langdurige zorg. Belangrijk is echter de juiste wijze van gebruik, iets wat volgens haar bij huisartsen en apothekers nog geen vanzelfsprekendheid is, ondanks herzieningen van de richtlijnen.
In een interview in het Pharmaceutisch Weekblad legt ze uit welk onderzoek er gedaan is naar de effectiviteit en veiligheid van ondansetron bij kinderen met buikgriep en welke belemmeringen er nog zijn om dit middel in de eerste lijn optimaal in te zetten. Als projectleider van GO-KIDS (Gepast gebruik Ondansetron bij Kinderen In De huisartSenpraktijk) wil ze behandelaren steunen bij het optimaal inzetten van ondansetron. PDF

Nieuwe aanbevelingen rond risico’s naltrexon/bupropion
Het CBG doet nieuwe aanbevelingen om het risico op hart- en vaatproblemen bij langdurig gebruik van naltrexon/bupropion te beperken.
Deze geneesmiddelcombinatie is in 2015 geregistreerd onder de naam Mysimba voor mensen met obesitas of ernstig overgewicht. Toen werd vastgesteld dat er nog onduidelijkheden waren over het cardiovasculaire risico van dit middel op de langere termijn. Onderzoeken tot nog toe laten een positieve balans tussen voordelen en bijwerkingen bij een behandeling met naltrexon/bupriopon tot 12 maanden. Een studie van de fabrikant moet veiligheidsdata gaan leveren over een langere termijn. Zolang de risico/batenbalans bij gebruik langer dan 12 maanden nog niet bekend is, gelden er extra maatregelen, bijvoorbeeld om jaarlijks te beoordelen of voortzetting van de behandeling nodig is en of het cardiovasculaire risico van de patiënt is toegenomen.

Nieuw geneesmiddel tegen chronische hoest
In het Geneesmiddelenbulletin wordt een nieuw geneesmiddel voor de behandeling van chronisch onverklaarbare of refractaire hoest beschreven: de P2X3-antagonist gefapixant.
Uit twee fase III-studies blijkt dat dit middel ten opzichte van placebo een significante reductie geeft van de 24-uurs hoestfrequentie. Nadelen van dit middel zijn de bijwerkingen, waarbij smaakstoornissen op de voorgrond staan.

Onzekerheid over opname gordelroosvaccinatie in RVP
Momenteel is het volgens berichtgeving van de GGD onzeker of het vaccin tegen gordelroos opgenomen zal worden in het Rijksvaccinatieprogramma. Het kabinet overweegt om het vaccin gratis beschikbaar te stellen voor 60-plussers, maar een definitief besluit laat nog op zich wachten.
In het Aanvullende Zorg- en Welzijnsakkoord lijkt te zijn afgesproken dat 60-plussers gratis gevaccineerd kunnen worden tegen gordelroos. Ook als het kabinet een positief besluit zou nemen, blijft de ingangsdatum nog onduidelijk. Volgens de GGD moet na een eventueel positief besluit nog gewacht worden op een advies van het RIVM. Voorlopig zal er in de apotheken nog vraag blijven naar niet-vergoede vaccinaties tegen gordelroos.

Minder cervixcarcinoom bij gevaccineerde vrouwen
Het Geneesmiddelenbulletin bespreekt een recent, nog niet officieel gepubliceerd onderzoek waaruit blijkt dat vrouwen die cervixcarcinoom krijgen, minder vaak gevaccineerd zijn tegen HPV-type 16 en 18 dan gezonde leeftijdsgenoten.
In een geselecteerde groep jonge vrouwen met cervixcarcinoom die vanaf 1993 waren geboren en opgenomen in het Nederlands Kankerregister, bleek 15% gevaccineerd te zijn tegen deze HPV-types. De vaccinatiegraad onder vrouwen in dezelfde leeftijdsgroep ligt in de algemene populatie een stuk hoger: 55%. Volgens het Geneesmiddelenbulletin wijst dit op een beschermend effect van de vaccinaties, maar blijft bevolkingsonderzoek nodig. Ook worden nog enkele methodologische beperkingen van dit onderzoek, dat nog geen peerreview onderging, besproken.

Wisseling methylfenidaat en SSRI’s verloopt problematisch
Vooral bij methylfenidaat en SSRI’s levert de wisseling naar een andere werkzame stof, sterkte toedieningsweg en afgiftepatroon, gezondheidsproblemen op. Dat blijkt uit een recente analyse van patiëntervaringen op het Meldpunt Medicijnen, die in het Pharmaceutisch Weekblad is gepubliceerd.
Patiënten hebben in 2024 971 ervaringen met geneesmiddelen gemeld bij Meldpunt Medicijnen, waarvan 13% (127) ging over wisselen van medicatie. Bij een kwart van de meldingen geven patiënten aan dat een leveringsprobleem de boosdoener is, terwijl bij een ander kwart van de meldingen patiënten wijzen naar het preferentiebeleid van hun zorgverzekeraar. Bij de rest van de meldingen is de reden voor wisselen niet aangegeven.
Klachten die patiënten ervaren zijn bijvoorbeeld een verminderde werking, meer bijwerkingen, toedienproblemen of een combinatie van deze klachten. Slechts 4% (5) van de patiënten geeft een positief oordeel over hun nieuwe geneesmiddel. PDF

MFB’s laag-molecuulgewicht heparines herzien
De KNMP heeft de Medisch Farmaceutische Beslisregels (MFB’s) voor dalteparine, enoxaparine en nadroparine bij verminderde nierfunctie herzien. Nieuwe literatuur en opmerkingen vanuit de praktijk waren daartoe de aanleiding.
Voor dalteparine en nadroparine is de afkapgrens voor dosisaanpassing verlaagd van een eGFR van 60 ml/min naar 30 ml/min. Er was te weinig onderbouwing vanuit de literatuur voor een afkapgrens vanaf 60 ml/min en lager.

NVWA: schadelijke stoffen in pre-workout-supplementen
Onderzoek van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) toont dat sommige pre-workout-supplementen schadelijke stoffen en extreme hoeveelheden cafeïne bevatten.
De NVWA analyseerde 27 verschillende supplementen die mensen voor het sporten innemen. In 8 van de 27 onderzochte supplementen troffen de onderzoekers schadelijke stoffen aan en in 3 producten ging het om de verboden stoffen yohimbine en rauwolscine. Deze stoffen staan niet altijd op het etiket. In 5 andere supplementen zaten stoffen die niet verboden zijn, maar die in hoge hoeveelheden wel gezondheidsschade kunnen veroorzaken.

Vergoeding GLP-1-agonisten voorlopig niet volledig conform indicatie
De indicatie van de GLP-1-agonisten in de NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2 is per december 2024 verruimd, maar de huidige vergoedingsvoorwaarden zijn nog niet bijgesteld. Zorginstituut Nederland heeft volgens het NHG aangegeven nog een jaar nodig te hebben om de vergoedingsvoorwaarden opnieuw te beoordelen.
Het gevolg hiervan is dat patiënten die volgens de gewijzigde NHG-standaard nu ook GLP-1-agonisten kunnen gebruiken – patiënten met diabetes type 2 zónder zeer hoog risico – hun medicatie tot nader order nog zelf moeten betalen als ze niet voldoen aan de huidige Bijlage 2-voorwaarden van bijlage 2.

KNMP: zorgen over voorstel wijziging Geneesmiddelenwet
De KNMP maakt zich ernstig zorgen over een wetsvoorstel dat minister Agema van VWS recent indiende bij de Tweede Kamer. Daarin wordt voorgesteld dat een (assistent-)drogist niet langer fysiek aanwezig hoeft te zijn bij de verkoop van UAD-geneesmiddelen, geneesmiddelvoorlichting zou ook digitaal gegeven mogen worden.
De KNMP vreest dat dit voorstel de medicatieveiligheid in Nederland verslechtert. De huidige wetgeving vereist fysiek toezicht bij de verkoop van UAD-geneesmiddelen om te waarborgen dat consumenten goede informatie en advies krijgen. Volgens de KNMP opent dit de deur naar bredere beschikbaarheid van deze potentieel risicovolle geneesmiddelen op locaties waar een deskundig advies ontbreekt, zoals supermarkten, tankstations en bouwmarkten. De KNMP heeft haar bezwaren schriftelijk kenbaar gemaakt bij de vaste Kamercommissie van VWS. De Tweede Kamer moet nog stemmen over het wetsvoorstel, maar op dit moment lijkt bezorgdheid over het wetsvoorstel in het parlement de boventoon te voeren. PDF

Richtlijn moet helpen taalbarrières in de zorg te beslechten
Binnenkort verschijnt er een nieuwe richtlijn die moet helpen om de communicatie met patiënten die het Nederlands niet of nauwelijks beheersen te bevorderen. De richtlijn Omgaan met taalbarrières in de zorg en het sociaal domein is ontwikkeld onder leiding van Patiëntenfederatie Nederland.
In het Pharmaceutisch Weekblad lichten apotheker Mujtaba Al Hadi, openbaar apotheker in Maasland en Simone Gossen, projectleider namens Patiëntenfederatie Nederland toe waarom deze richtlijn nodig is. Belangrijk is volgens hen om bewustwording te creëren onder zorgverleners over de impact van taalbarrières op het doorgeven van medische informatie. Ook pleiten ze ervoor om in het patiëntendossier vast te leggen welke taal iemand spreekt. De inzet van een tolk – de vergoeding is daarbij wel een uitdaging – en digitale hulpmiddelen kunnen dienstig zijn om de boodschap goed over te brengen. PDF

Praktijkprikkel IVM: verwarring over sterkte bij combinatiepreparaten
Het correct uitrekenen van de doseringen bij combinatiepreparaten gaat soms mis, zoals blijkt uit een melding waarover het Instituut Verantwoord Medicijngebruik 22 mei 2025 publiceerde in een Praktijkprikkel.
Een arts schrijft een injectie met 720 mg cotrimoxazol voor bij een ernstig ziek kind. De verpleegkundige die de injectie gereedmaakte én de collega die de controle deed, gingen er vanuit dat 720 mg betrekking had op de dosering sulfamethoxazol, terwijl de aangegeven sterkte van 720 mg de optelsom is van de hoeveelheden van sulfamethoxazol en trimethoprim. Het kindje kreeg hierdoor 20% te veel binnen. Het advies van het IVM aan apothekers is om op het etiket en in de toedienregistratie duidelijk de doseringen van de afzonderlijke bestanddelen van combinatiepreparaten te vermelden.

Zwolse ziekenhuisapothekers laten eigen bereiding registreren
Voor het eerst hebben ziekenhuisapothekers een registratieaanvraag voor een eigen bereid generiek geneesmiddel ingediend bij het CBG. Twee Zwolse ziekenhuisapothekers – Daphne den Besten-Bertholee en Karin Larmené-Beld – deden dit voor kant-en-klare steriele spuiten met efedrine. Ze willen hiermee het voortbestaan van de eigen bereiding van geneesmiddelen in het ziekenhuis en de leveringszekerheid hiervan veilig stellen. In een interview op DOQ.nl vertellen ze hier meer over (gratis registreren en inloggen noodzakelijk).

Medicijnjournaal mei
Het Medicijnjournaal van mei behandelt diverse onderwerpen, zoals genetica en antidepressiva, uitbreiding van de Ephor-app met informatie over de SGLT-2-remmer dapagliflozine, vaccinatie tegen apenpokken, de komst van een leidraad voor klimaatbewust voorschrijven van inhalatiemedicatie, pijn op de injectieplaats bij het injecteren van denosumab, het wisselen van inhalatoren en geneesmiddelen bij kinderen. Als laatste worden er nog enkele aandachtspunten voor het FTO besproken.

Richtlijn Perifeer arterieel vaatlijden geüpdatet
De Richtlijn Perifeer arterieel vaatlijden is herzien. De adviezen rondom diagnostiek en behandeling zijn aangepast. Bij perifeer arterieel vaatlijden is er sprake van een vernauwing van de bloedvaten in de benen (claudicatio intermittens) of ernstigere beenslagadervernauwing (kritieke ischemie). Hierdoor kunnen klachten ontstaan zoals pijn bij het lopen. Zie voor meer informatie richtlijnendatabase.nl.

Top 10 CVRM-geneesmiddelen
Stichting Farmaceutische Kengetallen heeft in het Pharmaceutisch Weekblad een overzicht gepubliceerd van de top 10 meest gebruikte CVRM-middelen in 2024. Het gaat om een overzicht naar aantal gebruikers via de openbare apotheek. Metoprolol is net als in 2023 het meest gebruikte middel. Opvallend is dat het aantal gebruikers ongeveer hetzelfde is als het jaar ervoor, maar dat de kosten met bijna 5,3 miljoen euro zijn gestegen (+19%). De grootste stijger in de top 10 is rosuvastatine (12% toename). Verder valt op dat in de top 10 nog geen plaats is voor een DOAC. Lees verder op de website van SFK.

Herziening landelijk kader regionale formularia inhalatiemedicatie
Het Landelijk kader regionale formularia inhalatiemedicatie is herzien. Dit kader geeft adviezen voor het ontwikkelen van een regionaal formularium voor inhalatiemedicatie, en is tot stand gekomen in samenwerking met de Long Alliantie Nederland (LAN), de KNMP en het NHG. De vernieuwde versie is onder meer in lijn gebracht met de gemaakte afspraken bij het Verantwoord Wisselen Addendum Longinhalatie Medicijnen. Ook wordt er meer aandacht besteed aan samenwerkingsafspraken.

Leidraad klimaatbewust voorschrijven inhalatiemedicatie
Op initiatief van Zorginstituut Nederland is begin april 2025 de Transmurale leidraad klimaatbewust voorschrijven van inhalatiemedicatie gepubliceerd. De leidraad geeft adviezen voor het kiezen van inhalatiemedicatie die minder uitstoot geeft van broeikasgassen, en daardoor beter is voor het milieu. De voorkeur gaat daardoor uit naar poederinhalatoren en soft-mistinhalatoren, boven de meest gebruikte dosisaerosolen.

Corticofobie bij zorgverleners
Niet alleen patiënten zijn vaak bang voor bijwerkingen van corticosteroïden op de huid, ook onder zorgverleners is corticofobie een bekend fenomeen. Onderzoekers van het Erasmus MC onderzochten hoe vaak corticofobie voorkomt onder zorgverleners van kinderen met eczeem en of dit van invloed is op het voorschrijfgedrag. Uit het onderzoek bleek dat dermatologen het minst corticofoob zijn, en huisartsen en apothekersassistenten het meest. Artsen die bang zijn voor corticosteroïden schrijven ook vaker een zwakker middel en lagere hoeveelheid voor. Arts-onderzoeker Aviël Ragamin vertelt op doq.nl meer over de resultaten van het onderzoek. Het volledige artikel is (gratis) beschikbaar met een account. De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in het tijdschrift Dermatology.

Behandeling van angst- en paniekstoornissen
In het Ge-Bu is een artikel gepubliceerd over de behandeling van angst- en paniekstoornissen met SSRI’s en SNRI’s. Het Ge-Bu-artikel bespreekt een aantal meta-analyses over de werkzaamheid en bijwerkingen van SSRI’s en SNRI’s bij deze aandoeningen. Hoewel SSRI’s en SNRI’s in vergelijking met placebo bij angst- of paniekstoornissen een statistisch significant positief effect hebben op de klachtenscore, is de kwaliteit van het bewijs hiervoor laag. Bovendien is er geen goede uitspraak te doen over de klinische relevantie van dit verschil.

Minder antibiotica nodig bij ouderen met urineweginfectie
Artsen schrijven vaak onnodig antibiotica voor bij verdenking op een urineweginfectie bij ouderen. Dit komt onder andere doordat vaak ten onrechte een urineweginfectie wordt vermoed, of doordat kwetsbare ouderen vaak bacteriën in de urine hebben zonder dat zich daarbij ook een infectie ontwikkeld. Internationaal onderzoek onder leiding van het Amsterdam UMC en UMC Utrecht heeft geleid tot een interventie om de diagnose en behandeling van urineweginfecties bij kwetsbare ouderen te verbeteren. Promotieonderzoek van dr. Esther Hartman liet zien dat dit leidde tot 50% minder antibioticavoorschriften bij ouderen, zonder dat dit nadelige gevolgen had. Zie voor meer informatie het nieuwsbericht van het UMC Utrecht.

Interferon bèta mogelijk effectief bij sepsis
Een groot deel van de patiënten met sepsis komt te overlijden. Deze sterfte wordt niet alleen veroorzaakt door een acute immuunreactie, maar ook door onderdrukking van een immuunreactie, afweerverlamming. Door afweerverlamming raken patiënten extra vatbaar voor infecties. Onderzoekers van het Radboudumc ontdekten dat een verminderde uitrijping en functionaliteit van monocyten bijdraagt aan de totstandkoming van deze afweerverlamming. En dat interferon bèta in labsetting gunstige effecten heeft op de uitrijping van deze monocyten. In een vervolgstudie wordt nu gekeken of interferon bèta ook bij patiënten afweerverlamming kan tegengaan. De volledige studie is gepubliceerd in Nature Immunology: Systemic inflammation impairs myelopoiesis and interferon type I responses in humans.

Schildklierziekten rondom de zwangerschap
De Richtlijn Schildklier en zwangerschap is herzien. De richtlijn geeft adviezen over de behandeling van vrouwen met een schildklierziekte voor, tijdens en na de zwangerschap. In de richtlijn komt onder andere de medicamenteuze therapie aan bod, evenals adviezen over het veilig geven van borstvoeding bij gelijktijdig gebruik van medicatie.

Dapagliflozine, pregabaline en gabapentine bij ouderen
Expertisecentrum Pharmacotherapie bij ouderen (Ephor) heeft dit voorjaar adviezen uitgebracht over het gebruik van dapagliflozine, pregabaline en gabapentine bij ouderen.
Zowel pregabaline als gabapentine zijn volgen Ephor mogelijke keuzes bij ouderen met neuropathische pijn. Hoewel het bijwerkingenprofiel wel ongunstig is, is er wel aangetoonde effectiviteit, zijn er weinig interacties en is het gebruiksgemak voor beide middelen vergelijkbaar.
Dapagliflozine wordt door Ephor als mogelijkheid geadviseerd bij diabetes mellitus type 2, hartfalen en chronische nierschade. Ook voor dit middel is er aangetoonde effectiviteit bij ouderen, zijn er weinig interacties en goed gebruiksgemak.

Kinderformularium herziet doseeradvies methadon bij opiaatontwenning
Het doseeradvies voor methadon bij kinderen voor de ontwenning van opiaten is herzien. Omdat de doseringen in de literatuur niet eenduidig zijn, heeft het Kinderformularium in samenwerking met het Radboudumc met behulp van PBPK-modeling gesimuleerd hoe de diverse conversiefactoren en afbouwprotocollen uit de literatuur presteren in het bereiken van een adequate methadonplasmaconcentratie om ontwenningsverschijnselen te voorkomen. Op basis van deze simulaties heeft een expertgroep conclusies getrokken over het omzetten van opiaten naar methadon en het beste protocol om af te bouwen. Het nieuwe doseeradvies is eind maart gepubliceerd.

Pijn op injectieplaats na toediening denosumab
Bij Bijwerkingencentrum Lareb zijn zo’n 40 meldingen binnengekomen over pijn op de injectieplaats na subcutane toediening van denosumab. Denosumab wordt onder andere toegepast bij osteoporose. Pijn op de injectieplaats wordt vooralsnog door de fabrikant niet genoemd als mogelijke bijwerking.

Nierbijwerkingen bij NSAID’s
Van NSAID’s is bekend dat ze bijwerkingen op de nieren kunnen veroorzaken. De meest voorkomende nierbijwerking is acute nierinsufficiëntie. In het Pharmaceutisch Weekblad gaan auteurs van het Lareb dieper in op de achtergrond van deze bijwerking. Het risico acute nierinsufficiëntie door NSAID-gebruik is het grootst bij patiënten met risicofactoren, zoals hartfalen, levercirrose of oudere leeftijd. Bij deze risicogroepen is er mogelijk ook een kans op nierbijwerkingen bij gebruik van NSAID’s op de huid. Er is geen verschil in risico tussen klassieke NSAID’s en coxibs. Het artikel gaat verder in op NSAID-geïnduceerde acute interstitiële nefritis, nefrotisch syndroom en necrose. Ook worden de meldingen die zijn binnengekomen bij het Lareb nader geanalyseerd.

EMA keurt 16 nieuwe geneesmiddelen goed
Het EMA geneesmiddelbeoordelingscomité CHMP heeft eind april goedkeuring verleend om zestien nieuwe geneesmiddelen op de markt te brengen. Het betreft zeven nieuwe middelen en negen biosimilars. Een van de middelen betreft givinostat (Duvyzat) voor Duchenne spierdystrofie. Voor deze aandoening bestaat vooralsnog geen therapie, behalve behandeling met corticosteroïden en symptoombestrijding. Ook is positief advies uitgebracht voor teprotumumab (Tepezza). Dit monoklonaal antilichaam is bedoeld voor de oogziekte van Graves.

Gratis vaccinatie tegen mpox voor risicogroepen
Vanaf half april kunnen mannen die seks hebben met mannen en transgender personen met een hoger risico op mpox (apenpokken) via de GGD een gratis vaccin halen. Doel van deze vaccinatie is het voorkomen van infecties en uitbraken, en ervoor te zorgen dat zo weinig mogelijk mensen mpox oplopen. Een volledige vaccinatie bestaat uit twee prikken, met tenminste vier weken tussenpoos. Zie voor meer informatie de berichtgeving van het RIVM en Lareb.

Behandeling maagklachten gewijzigd
De NHG-Standaard Maagklachten is herzien. Op medicamenteus gebied zijn er verschillende wijzigingen. Zo hebben H2-antagonisten geen plaats meer bij een eerste episode van maagklachten. Bij start van een protonpompremmer wordt altijd een H. pylori-test aanbevolen. Verder zijn er aanpassingen in de medicamenteuze behandeling bij aanhoudende maagklachten en bij chronisch PPI-gebruik, evenals bij de eradicatiebehandeling van H. pylori. Lees hier meer.

Medicijnjournaal april
Het Medicijnjournaal van het Instituut Verantwoord Medicijngebruik gaat in april onder andere over de toename van het recreatief gebruik van anabole steroïden en bijbehorende gezondheidsrisico’s. Ook is er uitgebreid aandacht voor medicatie bij hart- en vaatziekten bij ouderen. Andere onderwerpen die worden besproken zijn de praatplaat voor versterking van de samenwerking tussen apotheker en huisarts, het kruidenmiddel Montalin, gebruik van pregabaline en gabapentine bij ouderen, mond- en keelklachten bij nortriptyline en een mogelijke vaccin bij dementie.

Handreiking Herhaalmedicatie
De KNMP heeft samen met het NHG de Handreiking Herhaalmedicatie ontwikkeld. In deze handreiking staan praktische handvatten voor veilige en doelmatige zorg rondom herhaalmedicatie. Een goede samenwerking tussen apotheker en huisarts staat hierbij centraal. De Handreiking is te downloaden op de website van de KNMP en het NHG.

Nieuwe geneesmiddelen bij therapieresistente hypertensie
Sinds 2007 zijn er geen nieuwe antihypertensiva meer in de handel gekomen. Echter, momenteel zijn er vier nieuwe groepen antihypertensiva in ontwikkeling:
endotheline-receptorantagonisten, zoals aprocitentan
aldosteronsynthase-remmers, zoals baxdrostat en lorundrostat
niet-steroïdale mineralocorticoïd-receptorantagonisten, zoals finerenon
‘RNA interfering agents’, zoals zilebesiran
Mogelijk verschijnen deze nieuwe middelen binnen enkele jaren op de markt en kunnen ze van meerwaarde zijn bij therapieresistente hypertensie. Het Gebu bespreekt in een artikel de werkingsmechanismen van deze vier nieuwe groepen en legt uit waarom deze nieuwe middelen nodig zijn.

EMA geeft goedkeuring aan vijf nieuwe geneesmiddelen
Geneesmiddelbeoordelingscomité CHMP heeft eind maart goedkeuring verleend voor het in de handel brengen van vijf nieuwe geneesmiddelen. Het betreft Xoanacyl, ijzercitraat-coördinatiecomplex voor de behandeling van hyperfosfatemie en ijzertekort bij patiënten met chronische nierschade, atropine bij bijziendheid en drie biosimilars. Voor zeven reeds bestaande middelen heeft de CHMP geadviseerd om de indicatie uit te breiden.

Naldemedine en naloxegol bij opioïdgeïnduceerde obstipatie
Het Instituut Verantwoord Medicijngebruik (IVM) heeft op haar website een overzicht geplaatst van de belangrijkste informatie over een nieuwe geneesmiddelgroep bij opioïdgeïnduceerde obstipatie: de zgn. PAMORA’s. Tot deze geneesmiddelgroep behoren naldemedine en naloxegol. Deze middelen werken als antagonist op diverse opioïdreceptoren. Het IVM gaat onder andere in op de effectiviteit, veiligheid, kosten en vergoeding en aandachtspunten bij het gebruik.

Richtlijn Biological en targeted synthetic DMARD’s herzien
De richtlijn Biological en targeted synthetic DMARD’s is herzien. Deze multidisciplinaire richtlijn gaat in op de behandeling bij inflammatoire reumatische aandoeningen met DMARD’s. De adviezen over biologicals zijn geüpdatet, de informatie over targeted synthetic (ts) DMARD’s zoals JAK-remmers is nieuw toegevoegd aan de richtlijn. Tevens is er meer aandacht voor de bredere inzet van deze middelen door verschillende specialisten en bij verschillende auto-immuunziekten. Zie voor een overzicht van de belangrijkste wijzigingen de richtlijnendatabase.

NHG-Standaard Schildklieraandoeningen herzien
De NHG-Standaard Schildklieraandoeningen is herzien. Voortaan wordt bij een subklinische hypothyreoïdie geen (proef)behandeling met levothyroxine meer aanbevolen. Voor zwangere vrouwen en vrouwen met een kinderwens en een subklinische hypothyreoïdie kan behandeling wel mogelijk zijn; hiervoor is overleg met de tweede lijn nodig. Zie hier voor de overige wijzigingen.

Lokale behandeling bij overmatig zweten
In het Pharmaceutisch Weekblad besteden klinisch farmacoloog Koos Brouwers en dermatoloog Marieke Bolling aandacht aan de behandeling van overmatig zweten (hyperhydrosis), okselzweten in het bijzonder. Vanwege het bijwerkingenprofiel van systemische middelen, gaat bij de behandeling de voorkeur uit naar lokale farmacotherapie. Eerste keus is een oplossing of crème met aluminiumchloride. Tweede keus is lokale therapie met een anticholinergicum (glycopyrroniumbromide). Derde keus is botulinetoxine.

HPV-vaccinatie voorkomt meeste gevallen baarmoederhalskanker
Onderzoek onder ruim 104.000 vrouwen laat zien dat de vaccinatie tegen het Humaan Papillomavirus (HPV) een hoge bescherming biedt tegen baarmoederhalskanker. Vrouwen die op hun 16e HPV-vaccinatie kregen, waren voor 90% beschermd. Ook waren zijn voor 80% beschermd tegen ernstige voorstadia van baarmoederhalskanker. Meer informatie over deze studie is te vinden via de website van het RIVM.

Doelgerichte therapie bij kanker
In het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTVG) is een artikel gepubliceerd over doelgerichte oncologische middelen. Het artikel is bedoeld voor niet-oncologen en gaat in op het werkingsmechanisme en de bijwerkingen van de ‘nibs’ en ‘mabs’. Het volledige artikel is beschikbaar na inloggen.

Gebruik van weeënremmers aan eind zwangerschap heeft geen effect op gezondheid baby
Onderzoek onder leiding van het Amsterdam UMC laat zien dat het gebruik van weeënremmers bij een dreigende vroeggeboorte na 30 weken geen toegevoegde waarde heeft voor de gezondheid van de baby. Weeënremmers worden vaak ingezet met het idee dat uitstellen van de bevalling de baby extra tijd geeft om zicht te ontwikkelen, waardoor gezondheidsproblemen verminderen. Of dit ook daadwerkelijk zo was, was echter nog niet aangetoond. Het onderzoek laat nu echter zien dat er geen enkel verschil was voor de gezondheid van de baby, zowel niet in het voordeel als in het nadeel. De resultaten van de studie zijn gepubliceerd in The Lancet.

Gebruik van valproïnezuur door vaders voor de conceptie
De EMA adviseert voorzorgsmaatregelen vanwege een mogelijk verhoogd risico op neurologische ontwikkelingsproblemen zoals ADHD en autisme bij kinderen van mannen die valproïnezuur gebruikten voor de conceptie. In het Gebu wordt dieper ingegaan op het bewijs voor deze associatie. De conclusies van het artikel zijn dat beschikbare onderzoeken tegenstrijdige resultaten laten zien, waardoor er onvoldoende bewijs is voor definitieve conclusies. Het veranderen van medicatie bij patiënten met epilepsie of bipolaire stoornissen brengt bovendien aanzienlijke risico’s met zich mee, waardoor er voor mannen die al valproïnezuur gebruiken, onvoldoende reden is om over te stappen op een ander geneesmiddel. Bij vruchtbare mannen die gaan starten met een anti-epilepticum kan, als er geen duidelijke voorkeur voor valproïnezuur is, uit voorzorg, beter een alternatief middel worden voorgeschreven.

Richtlijn Pijnmeting en behandeling bij kinderen herzien
In de herziene richtlijn Pijnmeting en behandeling bij kinderen zijn onder andere de modules over pijnbehandeling geactualiseerd. Vroege en adequate pijnbestrijding is belangrijk, omdat pijn op jonge leeftijd invloed kan hebben op de ontwikkeling op latere leeftijd. Lees hier meer over de belangrijkste wijzigingen.

Behandeling lagerugpijn weinig effectief
Behandelingen bij lagerugpijn zijn weinig effectief. Dit blijkt uit een meta-analyse in BMJ Evidence-Based Medicine, waarvan Medisch Contact een samenvatting heeft gepubliceerd. Slechts 1 op de 10 veelvoorkomende niet-chirurgische en niet-invasieve behandelingen laat effect zien, de pijnverlichting is echter marginaal. In het onderzoek zijn zowel medicamenteuze behandelingen zoals NSAID’s en spierverslappers, als niet-medicamenteuze behandelingen zoals beweging, massage en wervelkolommanipulatie onderzocht.

Overgevoeligheidsreacties bij biologicals
Bij biologicals komen vaak overgevoeligheidsreacties voor. Deze worden vaak onterecht geclassificeerd als een anafylactische reactie. In het NPFO wordt uiteengezet welke soorten overgevoeligheidsreacties bij biologicals kunnen voorkomen, en hoe hier in de praktijk mee moet worden omgegaan. Het artikel gaat tevens in op de verschillen met chemische geneesmiddelen en kruisovergevoeligheid. Belangrijke aandachtspunten zijn dat bij de meeste overgevoeligheidsreacties de biological na desensibilisatie opnieuw kan worden gegeven, en dat kruisovergevoeligheid bij dit soort middelen geen rol speelt.

Mond- en keelklachten bij gebruik nortriptyline
Het Lareb heeft ruim 50 meldingen ontvangen van mond- en keelklachten bij gebruik van nortriptylinetabletten. In de meeste gevallen ging het om tabletten zonder filmlaagje. Gemelde klachten waren onder andere keelirritatie, een vieze maak en een branderig of doof gevoel in de mond of keel. Om dit soort bijwerkingen te voorkomen is het belangrijk dat de tabletten zo min mogelijk contact maken in de mond of keel. Daarom kunnen tabletten zonder filmlaagje het beste met veel water worden ingenomen, zodat ze makkelijker zijn door te slikken.

Langetermijneffecten combinatie naltrexon/bupropion onduidelijk
Het is nog onduidelijk of er risico’s zijn aan het gebruik van de combinatie naltrexon en bupropion (Mysimba) langer dan een jaar. Europees Medicijn Agentschap EMA adviseert daarom strengere veiligheidsmaatregelen. Omdat er mogelijke cardiovasculaire risico’s zijn bij langdurig gebruik van dit afslankmiddel, heeft de EMA een onderzoek uitgevoerd. Uit het onderzoek bleek dat de voordelen van de behandeling opwegen tegen de risico’s, maar dat er onvoldoende gegevens zijn om het cardiovasculair risico te bepalen bij gebruik langer dan een jaar. Daarom is extra onderzoek nodig door de fabrikant. Ook adviseert de EMA maatregelen om het risico op cardiovasculaire complicaties te verkleinen.

Praatplaat voor apothekers en huisartsen
De KNMP, het NHG en de LHV hebben een praatplaat ontwikkeld om de samenwerking tussen apothekers en huisartsen bij patiënten met chronische medicatie te verbeteren: de ‘praatplaat Samenwerking bij Farmacotherapeutische zorg’ . De praatplaat biedt handvatten om het gesprek over de samenwerking tussen apotheker en huisarts aan te gaan rondom patiëntbegeleiding en is een uitwerking van het Extramurale Farmaceutische Zorg Traject en de Visie versterking eerstelijnszorg.

Medicijnjournaal maart
Het Medicijnjournaal van het Instituut Verantwoord Medicijngebruik stond in maart onder andere in het teken van antibiotica-allergie, de pictogrammen van het CBG, doseringen van nifedipine en cefazoline bij zwangerschap, vergoeding van pinda-eiwit en behandeladviezen na bariatrische chirurgie.

Toename medicijngebruik per hoofd bevolking
In 2024 verstrekten openbare apotheken bijna 8,9 miljard standaarddagdoseringen (DDD’s) aan pakketgeneesmiddelen. In 2023 was dat 8,6 miljard DDD, wat een toename van 2,7% betekent. Per hoofd van de bevolking is het geneesmiddelgebruik gemeten in DDD in 2024 gestegen van 521 naar 532. Dat is een toename van 2,0%, aldus Stichting Farmaceutische Kengetallen SFK in het Pharmaceutisch Weekblad.

Herziening NHG-Standaard Hoofdtrauma
De NHG-Standaard Hoofdtrauma is herzien. Een belangrijke wijziging is dat het gebruik van trombocytenaggregatieremmers nu wordt beschouwd als een kenmerk van een licht verhoogd risico op intracraniële complicaties bij volwassenen. Andere risicofactoren zijn onder meer een leeftijd van 65 jaar of ouder, eenmalig braken,(ernstige, onbekende en progressieve) hoofdpijn en alcohol- of drugsintoxicaties.

Cognitieve achteruitgang bij dementie
Het gebruik van antidepressiva is bij mensen met dementie geassocieerd met een snellere cognitieve achteruitgang. Dit blijkt uit een Zweedse cohortstudie. Vooral sertraline, citalopram, escitalopram en mirtazapine lijken in vergelijking met niet-gebruik het risico te verhogen. De associatie was sterker bij patiënten met ernstige dementie.

Medicatieverificatie voor opname
De Praktijkprikkel wijst erop bedacht te zijn op patiënten bij wie medicatieverificatie mogelijk minder betrouwbaar is. Dit geldt bijvoorbeeld voor patiënten met een licht verstandelijke beperking, cognitieve achteruitgang of taalbarrière. In de casus komt een patiënt aan bod die een leverpunctie moet ondergaan. Na een moeizaam verlopen medicatieverificatie is zij niet tijdig gestopt met acetylsalicylzuur.

Meer of minder vermoeid na injectie met biological
Bij een deel van de patiënten die een biological gebruiken, nemen na de injectie vermoeidheidsklachten af of toe. Dit blijkt uit een onderzoek van Bijwerkingencentrum Lareb en Sint Maartenskliniek onder ongeveer 600 mensen met een reumatische aandoening. Zij gaven gedurende vijf dagen rond drie injecties een cijfer over hun vermoeidheid van die dag. 13% had een patroon van verergering van vermoeidheid en 18% had een patroon van verbetering van vermoeidheid. Zie het Lareb-nieuwsbericht en het artikel.

Meer infectieziekten in 2023
Het aantal meldingen van kinkhoest is in 2023 enorm gestegen. Dat steeg van 129 meldingen in 2022 tot 2.894 in 2023, meldt het RIVM op basis van het RVP (Rijksvaccinatie programma)-surveillancerapport. In het rapport wordt van dertien infectieziekten waartegen vanuit het RVP wordt gevaccineerd beschreven hoe ernstig de ziekten zijn en hoe goed de vaccinaties werken. Ook kinkhoest, bof en difterie kwamen in 2023 vaker voor dan in 2022.

Nieuwe combinatie tegen wormparasieten
Het EMA heeft een positief advies uitgebracht voor een handelsvergunning voor het combinatiepreparaat ivermectine/albendazol. Het middel is bedoeld voor de behandeling van infecties veroorzaakt door verschillende soorten wormparasieten, waaronder mijnworm, spoelworm en zweepworm. Ook is de combinatie in te zetten bij de tropische ziekte lymfatische filariasis. Bij gelijktijdige toediening werken ivermectine en albendazol synergetisch.

Nieuw vaccin tegen tropische ziekte
Het EMA heeft een positief advies uitgebracht voor een handelsvergunning voor Vimkunya. Dat is het eerste vaccin dat kinderen vanaf 12 jaar beschermt tegen chikungunya. Chikungunya is een virale ziekte die wordt veroorzaakt door het Chikungunya-virus (CHIKV). Het komt voor in subtropische en tropische gebieden.

Kinderen met inflammatoire darmziekten
De richtlijn Inflammatoire darmziekten (IBD) bij kinderen is aangevuld met adviezen over therapeutic drug monitoring (TDM) bij infliximab en adalimumab. Geadviseerd wordt proactieve TDM in ieder geval toe te passen bij kinderen met IBD en ernstige ontstekingsactiviteit of (een risico op) hoge medicatieklaring. Reactieve TDM wordt aangeraden om de oorzaak van primaire non-response of secundaire loss-of-response te onderzoeken. In de richtlijn zijn ook nieuwe aanbevelingen opgenomen over tromboseprofylaxe.

Urinestenen bijwerking van mesalazine
In het Ge-Bu zijn twee casussen beschreven van patiënten met inflammatoire darmziekte waarbij urinestenen zijn ontstaan door gebruik van mesalazine. Deze bijwerking is opgenomen in de productinformatie van mesalazine. Het treedt vooral op bij gebruik van een hoge dosering. De urinestenen kunnen volledig uit ongemetaboliseerd mesalazine bestaan. Om kristallisatie van mesalazine te voorkomen is het aan te bevelen om de vochtinname gedurende de behandeling met hogere doseringen te verhogen.

Milieubelasting door protonpompremmers
Het gebruik van protonpompremmers (PPI’s) in Nederland is te hoog en in de meeste gevallen onnodig. Dit leidt tot onnodig hoge CO2-uitstoot. Voor apothekers ligt hier een kans om een verschil te maken. Met name gezien de milieu-impact van dit hoge gebruik, stellen de auteurs in dit PW-artikel. Zo is het van belang PPI-gebruik te monitoren en minstens één keer per jaar een afbouw- of stoppoging te ondernemen.

Uitwisselen van PD-(L)1-remmers
Het is lastig de mate van uitwisselbaarheid van PD-(L)1-remmers te bepalen, stellen Michiel Zietse en collega’s in een PW-artikel. Deze middelen zijn op basis van individuele studies met eigen inclusiecriteria onderzocht en geregistreerd. Hierdoor verschillen de geregistreerde indicaties van de afzonderlijke middelen van elkaar, bijvoorbeeld in tumortype, biomarkerexpressie, ziektefase, behandelstrategie en combinatiemiddelen. De auteurs hebben verschillende aanbevelingen die inzicht moeten geven in de onderlinge uitwisselbaarheid. Zo kan het opzetten van directe vergelijkende RCT’s tussen PD-(L)1-remmers (head-to-head-studies) hierbij helpen.

Dosering cefazoline aanpassen bij zwangerschap
Voor zwangere vrouwen zijn er nieuwe doseeradviezen ontwikkeld in het MADAM-onderzoek. Zo wordt geadviseerd bij vrouwen van meer dan 80 kg een hogere dosis cefazoline in te zetten bij operaties. Vooral de concentratie cefazoline in het vetweefsel is belangrijk om infecties te voorkomen tijdens een ingreep, zoals een keizersnede. Zie Lareb-nieuwsbericht en de aanvullende informatie. Ook is een nieuw doseeradvies ontwikkeld voor nifedipine.

Slikstoornissen in palliatieve fase
De multidisciplinaire richtlijn Mondproblemen en slikstoornissen in de palliatieve fase is herzien. Hierin worden verschillende medicamenteuze opties voor lokale pijnstilling genoemd bij pijn in de mond. Zo kunnen lidoocaïne 2% viskeus, lidocaïne 10% spray en morfineoplossing 2% (als mondspoeling) worden gebruikt. Bij therapieresistente ernstige pijn kan ook esketamine 20 mg/5 ml als mondwater worden toegepast. De systemische pijnstilling kan met paracetamol, NSAID’s of opioïden.

Kinderen met acne
Aan de richtlijn Acne Vulgaris zijn verschillende modules toegevoegd over de zorg voor kinderen jonger dan twaalf jaar. In de module Therapeutische trap voor kinderen met acne zijn bijvoorbeeld de eerste-keuze behandelopties genoemd. Dit zijn voor milde tot matig ernstige vormen combinatiepreparaten met adapaleen/benzoylperoxide, tretinoïne/clindamycine en benzoylperoxide/clindamycine. Bij matig ernstige tot ernstige acne kan onder meer een combinatiepreparaat adapaleen/benzoylperoxide met erytromycine oraal worden toegepast.

Leefstijladviezen stimuleren
De Coalitie Leefstijl in de Zorg heeft een nieuwe handreiking over leefstijladviezen ontwikkeld. In deze handreiking staan adviezen voor zorgverleners om leefstijlverandering te kunnen stimuleren op de zogenaamde teachable moments. Op deze momenten staan mensen meer open voor verandering van hun leefstijl. Starten met, minderen en stoppen of veranderen van medicatie kunnen zulke momenten zijn.

Nationaal Constitutioneel Eczeem Project
In DOQ een interview met dermatologen Anne-Moon van Tuyll van Serooskerken en Inge Haeck. Zij zijn de initiatiefnemers voor het Nationaal Constitutioneel Eczeem Project (NCEP). Zij zien regelmatig patiënten bij wie de behandeling is gefaald door gebrekkige, tegenstrijdige of misinformatie. Het project heeft als doel de zorg voor patiënten met constitutioneel eczeem te verbeteren door betrouwbare en eenduidige informatie te bieden.

Stappenplan voor duurzame initiatieven
Een nieuw hulpmiddel voor duurzame initiatieven is ontwikkeld door de FU, NVZA en KNMP. Het is een stappenplan tegen geneesmiddelverspilling waarin vijf stappen staan die apothekers in de apotheek, ziekenhuis of zorginstelling kunnen volgen om milieubelasting door geneesmiddelgebruik terug te kunnen dringen, zie KNMP-nieuwsbericht.

Tekortenbesluit onderzocht
Het RIVM beveelt aan een monitor op te zetten die meer inzicht geeft in de effecten van een tekortenbesluit. Dit is gedaan naar aanleiding van hun onderzoek, waaruit blijkt dat een tekortenbesluit helpt om meer geneesmiddelen te hebben bij tekorten. Maar in het onderzoek zijn ook verbeterpunten gezien, zoals het invoeren van een uitlooptermijn voor voorraden.

Beleid bij leeftijdsgebonden maculadegeneratie onderzocht
In Nederland wordt leeftijdsgebonden maculadegeneratie (nLMD) eerst behandeld met bevacizumab (off-label), terwijl andere landen direct geregistreerde middelen gebruiken. Een studie vergeleek de langetermijnuitkomsten van Nederlandse patiënten met die van patiënten uit 13 andere landen. Hieruit bleek dat Nederlandse patiënten na vijf jaar een hogere visus hadden, meer injecties kregen en vaker en sneller overstapten op andere middelen. Zie NTvG (volledige tekst beschikbaar voor abonnees).

Breder indicatiegebied Kalydeco en Kaftrio
Het beoordelingscomité van het EMA heeft een positief advies gegeven voor uitbreiding van het indicatiegebied van Kalydeco en Kaftrio. Hierdoor komt een grotere groep patiënten met cystische fibrose in aanmerking voor behandeling met deze middelen. Tot nu toe was deze behandeling alleen goedgekeurd voor dragers van de F508del- mutatie. Door de positieve beoordeling kan het nu ook worden toegepast bij patiënten vanaf 2 jaar die andere mutaties dragen.

114 nieuwe Europees geregistreerde geneesmiddelen in 2024
Europees Medicijnagentschap EMA heeft in 2024 voor 114 geneesmiddelen positief advies uitgebracht voor registratie. 46 hiervan bevatten een geheel nieuwe werkzame stof. Net als in 2023 betrof de grootste groep nieuwe middelen medicijnen tegen kanker. Daarnaast werd 90 keer van reeds bestaande geneesmiddelen de indicatie uitgebreid. Meer informatie is te vinden in het document ‘Human medicines highlights 2024’.

Geneesmiddeltekorten in 2024
In 2024 waren er minder geneesmiddeltekorten dan in 2023: 1563 vs. 2292. Desondanks was de impact groot en kregen op jaarbasis ruim 4,5 miljoen mensen in Nederland met een tekort te maken. De KNMP heeft een impactanalyse gemaakt van geneesmiddelentekorten over een periode van tien jaar. Deze is hier te vinden.

Aanpassing medicamenteus beleid bij diabetes
De NHG-Standaard Diabetes Mellitus type 2 is deels herzien. De belangrijkste wijziging betreft aanpassing van het medicamenteus beleid bij patiënten die geen zeer hoog risico op hart- en vaatziekten hebben. Voor deze patiënten geldt nu een stappenplan. Metformine blijft het voorkeursmiddel. Als tweede stap wordt gliclazide hieraan toegevoegd. Wanneer er cardiovasculaire risicofactoren zijn kan in plaats daarvan worden gekozen voor een SGLT2-remmer, bij obesitas gaat de voorkeur uit naar een GLP1-agonist.

Diabetes en de ramadan
Eind februari start de ramadan. Bij diabetespatiënten is er dan een verhoogd risico op glykemische ontregeling. De Nederlandse Diabetes Federatie publiceert jaarlijks een Ramadan-toolbox met tips en adviezen, waaronder medicatiekaarten met aanbevelingen voor het aanpassen van diabetesmedicatie tijdens de ramadan.

Vedolizumab voorkomt terugkeer ziekte van Crohn na operatie
Veel patiënten met de ziekte van Crohn ondergaan een operatie om klachten te verminderen. Echter, bij meer dan de helft van deze patiënten laait de ziekte binnen een jaar na de operatie weer op. In de internationale REPREVIO-studie is onderzocht of het zinvol is om patiënten die risico lopen op een snelle terugkeer van activiteit van de ziekte van Crohn, na de operatie te behandelen met vedolizumab. Uit het onderzoek bleek dat bij patiënten die vedolizumab kregen, de ziekte zowel minder vaak als minder ernstig terugkeerde. De REPREVIO-studie is gepubliceerd in de Lancet; op doq.nl is – na inloggen – een interview te lezen met het hoofd van de studie Geert D’Haens, MDL-arts in het Amsterdam UMC.

Nieuwe richtlijn ziekte van Sjögren
De ziekte van Sjögren is auto-immuunziekte met ontstekingen aan de traan- en speekselklieren. Eind vorig jaar verscheen een nieuwe richtlijn met adviezen over topicale en systemische behandeling van deze aandoening. Meer informatie is te vinden via de Richtlijnendatabase.

Propranolol vermindert trillen bij ziekte van Parkinson
Trillen is een bekende klacht bij de ziekte van Parkinson. Met name in stresssituaties kan dit verergeren. Levodopa werkt dan niet altijd. Onderzoek van het Radboudumc laat zien dat propranolol wel effectief kan zijn bij trillen bij de ziekte van Parkinson, zowel in rust als tijdens stress. Wanneer levodopa niet goed werkt, kan dan ook overwogen worden om propranolol voor te schrijven. Meer informatie is te vinden op de website van het Radboudumc en in het tijdschrift Annals of Neurology.

Rol geneesmiddelen bij volwassenen met ADHD onduidelijk
Het Ge-Bu zet op een rijtje wat bekend is over de medicamenteuze behandeling van ADHD bij volwassenen. Er is echter weinig gerandomiseerd onderzoek beschikbaar, en er is ook nauwelijks onderzoek gedaan waarin de effectiviteit van geneesmiddelen met elkaar is vergeleken. Dit maakt dat het lastig is een plaatsbepaling te doen.

Geen oversterfte door vaccinaties COVID-19
De COVID-19 pandemie heeft wereldwijd geleid tot oversterfte van bijna 15 miljoen mensen. Een studie van het UMC Utrecht waarbij data van 396,765 personen werden geanalyseerd, laat zien dat COVID-19 vaccinaties geen verklaring voor deze oversterfte zijn. Uit de resultaten bleek dat iemand die gevaccineerd was, gemiddeld genomen in de drie weken na de vaccinatie 44% minder kans had om te overlijden dan in de weken daarna. Na infectie was er wel een hoger sterfterisico: de kans op overlijden in de eerste drie weken na een corona-infectie was 16 keer zo hoog dan in de periode daarna.

Permetrine en ivermectine gelijkwaardig bij scabiës
Het NHG heeft de Behandelrichtlijn Scabiës herzien. Volgens de richtlijn zijn lokale behandeling met permetrine en oraal ivermectine gelijkwaardige medicamenteuze opties bij scabiës. Mogelijk zorgt permetrine wel voor eerdere afname van jeukklachten. De overige wijzigingen in de richtlijn vindt u hier.

Behandeling uitgezaaide blaaskanker vaak te zwaar
Volgens de richtlijn bij blaaskanker is het beleid om uitgezaaide blaaskanker te behandelen met 4 tot 6 kuren chemotherapie. Onderzoek van het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) laat echter zien dat deze behandeling in de praktijk vaak te zwaar en niet haalbaar is. 35% van de patiënten maakt de voorgeschreven kuren niet af. Van de patiënten die wel 4 tot 6 kuren krijgt, wordt in de helft van de gevallen de therapie aangepast.

Nieuwe richtlijn Hyperemesis gravidarum
Op initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) is een nieuwe richtlijn gepubliceerd over de behandeling van ernstige misselijkheid en braken tijdens de zwangerschap, hyperemesis gravidarum. Enkele onderwerpen die in de richtlijn aanbod komen zijn behandeling met anti-emetica, aanvullende of combinatie van medicamenteuze behandeling, rehydratiebehandeling, sondevoeding en tromboseprofylaxe. Lees verder op richtlijnendatabase.nl.

Aangepaste doseeradviezen tijdens de zwangerschap
In het kader van het MADAM-project (Model Aangepaste Doseringen voor Alle Moeders) onderzoeken het Radboudumc, Maastricht UMC+ en Moeders van Morgen Lareb welke doseringen geschikt zijn voor zwangere vrouwen en hun ongeboren kinderen. Het Pharmaceutisch Weekblad interviewde een van de betrokken onderzoekers, Caroline Dibbets. Zij legt in het artikel uit hoe het MADAM-project tot betrouwbare doseeradviezen komt, en hoe de implementatie eruit zou moeten zien. Tot nu zijn er doseeradviezen uitgewerkt voor sertraline, amoxicilline en sotalol. Binnenkort volgen cefazoline en nifedipine. De doseeradviezen zijn terug te vinden op de website van het Lareb.

Leverproblemen bij fezolinetant
Gebruik van fezolinetant bij opvliegers tijdens de overgang kan leiden tot leverschade. Er zijn verschillende gevallen gemeld van verhoogde leverenzymwaarden in combinatie met leverschade. Geadviseerd wordt daarom om voor start en tijdens de eerste drie maanden van de behandeling met fezolinetant de leverfunctie testen, en daarna op basis van een klinisch oordeel of bij symptomen van leverschade. Lees meer op de website van het CBG en in de DHPC.

Adviezen bij QT-verlenging door geneesmiddelen
Veel geneesmiddelen kunnen het QT-interval verlengen. Dit kan leiden tot hartritmestoornissen zoals torsade de pointes. De KNMP-werkgroep QT-interacties heeft in het Nederlands Platform voor Farmaceutisch Onderzoek (NPFO) een artikel gepubliceerd met handvatten over het inschatten van het risico op QT-verlenging en situaties waarin het risico hoog is. Dit kan helpen bij het afhandelen van interacties tussen QT-verlengende geneesmiddelen.

Mogelijk risico op zeldzame oogbijwerking door semaglutide
Het Europees geneesmiddelbewakingscomité PRAC doet onderzoek naar een mogelijk risico op een zeldzame bijwerking bij gebruik van semaglutide. Twee studies laten een mogelijk verband zien met het optreden van NAION: niet-arteritisch anterieur ischemisch oogzenuwlijden. Dit is een zeldzame oogziekte die kan leiden tot blindheid. Er zijn daarentegen ook twee studies waarin geen verhoogd risico werd gezien. Het PRAC gaat nu alle beschikbare data opnieuw beoordelen om te zien of patiënten die semaglutide gebruiken een verhoogd risico hebben op het ontwikkelen van de oogziekte.

Steeds vaker kortdurend gebruik van slaapmiddelen
Steeds meer nieuwe gebruikers van slaapmiddelen krijgen deze middelen kortdurend (voor maximaal 20 dagen) afgeleverd. In 2023 was dit 65,5% van de gebruikers, het jaar ervoor 63,6%. Dit blijkt uit het rapport Minderen en stoppen 2023 van het Instituut Verantwoord Medicijngebruik (IVM), dat in december 2024 werd gepubliceerd. De spreiding tussen regio’s is echter groot: opvallend is dat in Limburg en Noord-Nederland relatief vaker voor een langere periode wordt voorgeschreven.
In het rapport keek het IVM niet alleen naar slaapmiddelen, maar ook naar het gebruik van antidepressiva, bisfosfonaten en urologische spasmolytica. Het percentage patiënten dat antidepressiva korter dan 2 jaar gebruikte, is in 2023 gedaald naar 60,5%. Ongeveer 60% van de gebruikers van urologische spasmolytica gebruikte deze langer dan in de NHG-Standaarden wordt geadviseerd.
Meer informatie is te vinden op de website van het IVM.

Behandelopties bij interstitiële cystitis/blaaspijnsyndroom
Interstitiële cystitis/blaaspijnsyndroom (IC/BPS) is een zeldzame ziekte met een onbekende oorzaak. De belangrijkste klachten zijn onder andere chronische (blaas)pijn, vaak moeten plassen en pijn bij het plassen. Deze klachten hebben een grote invloed op de kwaliteit van leven. Tot nu zijn de effectieve therapeutische opties beperkt. De belangrijkste zijn amitriptyline, cimetidine, hydroxyzine, pentosanpolysulfaat en ciclosporine. De bewijslast voor deze middelen is echter laag. Meer informatie over de behandeling van IC/BPS is te lezen in het Pharmaceutisch Weekblad. Speciale aandacht is er in het artikel voor behandeling met glycosaminoglycanen, d.w.z. stoffen als heparinoïden, hyaluronzuur, chondroïtinesulfaat en pentosanpolysulfaat. Deze middelen spelen een belangrijke rol bij het in stand houden van de beschermende laag op de blaaswand.