In één op de zeven gevallen krijgen patiënten een geneesmiddel met een andere werkzame stof als er bij leveringsproblemen moet gezocht worden naar een alternatief. Dat blijkt uit een impactanalyse van de Stichting Farmaceutisch Kengetallen in opdracht van de KNMP. Voor patiënten betekent een overstap naar een andere werkzame stof mogelijk een suboptimale behandeling, apothekers en voorschrijvers ervaren hierdoor een hogere werkdruk.
Volgens de analyse moet in ruim één op de vijf gevallen de patiënt worden omgezet naar een geneesmiddel met een andere sterkte of vorm. Dat kan voor de patiënt leiden tot extra kosten, bijvoorbeeld als het alternatieve geneesmiddel niet binnen het preferentiebeleid van de zorgverzekeraar valt. Voor apothekers en voorschrijvers betekent dit een extra tijdsinvestering in overleg en logistiek.